Nederlandse synoniemen voor vak
Ander woord voor vak?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als vak in het Nederlands.
vak het ~ (werk)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
werk
het ~
ambacht
het ~
arbeid
de ~
bezigheid
de ~
inspanning
de ~
taak
de ~
werkzaamheid
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met vak
vakantiereiziger
-
vakkring
-
vakarbeider
-
vakbeurs
-
vaktijdschrift
-
vakantiedag
-
vakdiploma
-
vakantiegeld
-
vakblad
-
vakverbond
-
postvak
-
vakbeweging
-
vakantie
-
vaktaal
-
vakantiedrukte
-
vakje
-
vakantieverblijf
-
vakantiereizen
-
reclamevak
-
vakorganisatie
-
hoofdvak
-
vakstudie
-
schoolvak
-
vakmanschap
-
vakarbeid
Recent opgevraagde synoniemen in NL
protectie
-
verbranding
-
tekstdichter
-
toedienen
-
nippen
-
naar beneden helpen
-
ongezond
-
beurszaken
-
negeren
-
zandgebak
-
met opzet kapotmaken
-
restrictief
-
schoolbewaarder
-
weersgesteldheid
-
verband
-
godsdienstonderwijs
-
tezamen
-
toenemen
-
aantal kilogrammen
-
heldenroman
-
mastix
-
glas
-
65-plusser
-
ingaan
-
metaallegering