Nederlandse synoniemen voor arbeid
Ander woord voor arbeid?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als arbeid in het Nederlands.
arbeid de ~ (werk)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
werk
het ~
ambacht
het ~
bezigheid
de ~
inspanning
de ~
taak
de ~
vak
het ~
werkzaamheid
de ~
arbeid de ~ (activiteit)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
activiteit
de ~
bedrijvigheid
de ~
bezigheid
de ~
werkzaamheid
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met arbeid
arbeidsbesparend
-
hoofdarbeid
-
handarbeid
-
mijnarbeid
-
arbeidershuis
-
arbeidstherapie
-
arbeiden
-
arbeidsbeurs
-
arbeidsinspectie
-
arbeidslonen
-
arbeidsonrust
-
arbeiderspartij
-
arbeidskomen
-
loonarbeid
-
arbeidskrachten
-
arbeidsgeschiktheid
-
herstelarbeid
-
arbeidsplaats
-
hersenarbeid
-
arbeidsschuw
-
arbeidsbureau
-
dag van de arbeid
-
arbeidsbeurzen
-
arbeidend
-
arbeiderswoning
Recent opgevraagde synoniemen in NL
uitdrager
-
tewerkstellen
-
valutadatum
-
omstrengelen
-
redevoerder
-
bluffer
-
kroon
-
omlaagglijden
-
tekort
-
parfum
-
losmaken
-
versdeel
-
verwording
-
karakterloos
-
lompenhandelaar
-
groeikoorts
-
vat
-
zich bedwingen
-
vertrek
-
iedere keer
-
zwijmelen
-
brievenbesteller
-
grote
-
zogenoemde
-
ge-olied