Nederlandse synoniemen voor hal
Ander woord voor hal?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als hal in het Nederlands.
hal de ~ (vestibule)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
vestibule
de ~
entree
de ~
overloop
de ~
portaal
het ~
voorportaal
het ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met hal
half brood
-
halfautomatisch
-
halswijdte
-
halteroefening
-
halfdekken
-
voorhal
-
halfmaandelijks
-
halfdood
-
halveringstijd
-
halt
-
vishal
-
halfgodin
-
halfstijf
-
halfdonker
-
veehal
-
halfwassen
-
halte
-
halfbroer
-
halfslachtig
-
danshal
-
halsstarrigheid
-
halleluja
-
halfcirkelvormig
-
halsbrekend
-
halfjes
Recent opgevraagde synoniemen in NL
omruilen
-
omsingelen
-
borduren
-
dosis
-
beste
-
krach
-
gevogelte
-
sikken
-
flesje
-
tengel
-
kynoloog
-
ongerust
-
ongeldig
-
linie
-
draagriem
-
spelers
-
kofferruimtes
-
gang van zaken
-
verzameling
-
stucwerker
-
bol wol
-
vreemde geldsoort
-
Brit
-
hoofdeinde
-
onbewimpeld