Vertaling zich verheugen op van Nederlands naar Zweeds

didactisch - plugger - hoofdleiding - toeter - gespot - afgewerkt produkt - inbeslagneming - spouwmuurisolatie - wakker zijn - jodiumtinctuur - bekentenis - vuur maken - vetgehalte - permanentje - herstel - gymnastiekzaal - ornaat - vlies - credo - knalgeel - schamelheid - compliment maken - terugbetaling - kanariegeel - niet kunnende zien