Vertaling zich schamen van Nederlands naar Engels

wegvreten - volkswoede - drammen - uitgillen - gelinieerd - aanvullend voorstel - scheikundeleraar - schrifttekens - overeind komen - NAVO - heteluchtmotor - usances - rondtrekkend muzikant - fricatief - katterigheid - getalenteerd - veestapel - logenstraffen - omissie - met zorg aangekweekt - kostwinnen - rondlummelen - peiling - gigolo - wachthuisje