Vertaling zedelijk van Nederlands naar Frans

zedelijke slechtheid - zedelijkheidsgevoel - zedelijkheid - onzedelijk - zedelijk gevoel

bereizen - breigoed - meniscus - overdekken - afkorten - adviseurs - kleinigheden - kroning - God - dieren met hoeven - tijdelijk - naar buiten hangen - boerenschuur - gedienstige handeling - kokoszeep - auctionaris - walgelijkheid - huisbaas - vriendenkring - drijfas - lauwerkrans - rijexamen - geklauter - verhuurder - uiten