Vertaling worden van Nederlands naar Engels

kalm worden - warm worden - op vrije voeten gesteld worden - zwart worden - seniel worden - verworden - blind worden - ontslagen worden - ziek worden - eens worden - groot worden - ongeldig worden - zwakker worden - rood worden - minder worden - koud worden - ruchtbaar worden - sterk worden - tegengehouden worden - schichtig worden - serieus worden - door hitte vloeibaar worden - meegesleept worden - gezond worden - vrolijker worden

instulpen - ketting - typografie - frikkig - doctoren - bult - hernemingen - koperdraden - handsignaal - kunsttentoonstelling - rijksbegroting - te gronde gaan - tingelen - canard - geblaat - luierspeld - dooreengooien - slungelen - ouvreuse - rotan - bonken - verkennen - fok - klimspoor - verdrietig