Vertaling Wohnsitz van Duits naar Nederlands

Wat is Wohnsitz in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Wohnsitz van DE naar NL.

Wohnsitz der ~
Wohnsitz der ~ (Domizil)
[zelfstandig naamwoord]
domicilie het ~
Wohnsitz der ~ (Wohnplatz)
[zelfstandig naamwoord]
woonplaats de ~
Wohnsitz der ~ (Wohnung)
[zelfstandig naamwoord]
woning de ~
huis het ~
residentie de ~
thuis het ~
verblijf het ~
woonhuis het ~

Recente vertalingen van DE naar NL