Cookievoorkeuren

Deze website gebruikt alleen cookies voor het tonen van advertenties en het bijhouden van bezoekersaantallen. Er worden geen persoonlijke gegevens opgeslagen.

Afwijzen Accepteren

Dictionary.nl

Vertalen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Synoniemen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Rijmen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Vertalen
Synoniemen
Rijmen
Links

Home
Vertalen
DuitsDE
EngelsEN
Wohnen

Vertaling Wohnen van Duits naar Engels

Wat is Wohnen in het Engels?

Hieronder vind je de vertaling van Wohnen van DE naar EN.

Wohnen das ~ (sich Aufhalten)
[zelfstandig naamwoord]

living the ~

remaining the ~

Te vertalen

Van

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Naar

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Woorden die beginnen of eindigen met Wohnen

bei jemandem wohnen - abwohnen - beiwohnen - zusammenwohnen - wohnen - bewohnen - wohnende - Zusammenwohnen - verwohnen

Recente vertalingen van DE naar EN

Pendler - aufschreiben - Eckbeschlag - Sozialkundeunterricht - Sprungfeder - Hausblatt - Dreifachstekker - Waise - lecker finden - verabredung absagen - Posten - Macht - G-Schlüssel - Rohrdommel - Verschwendungssucht - blühend - pruzeln - abkürzen - Regattabahn - Angelschnüre - widerliches Wetter - Spieltisch - zweihunderd - würdelos - Notierung

Reinier Korth - Freelance Web Developer