Vertaling winter van Nederlands naar Duits
Wat is winter in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van winter van NL naar DE.
winter de ~
Winter
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met winter
winterseizoen
-
winterslaap
-
winterachtig
-
winterkoninkje
-
wintersport
-
winterhanden
-
winters
-
winterkost
-
wintertuinen
-
winterjas
-
winterjassen
-
winterappelen
-
winteravond
-
winterbedden
-
hongerwinter
-
winterlandschap
-
winterkleding
-
winterkleren
-
wintertuin
-
kwakkelwinter
-
wintergoed
-
wintertijd
Recente vertalingen van NL naar DE
afgepast
-
afwijkend
-
gewrichtsontsteking
-
winkelpui
-
blaaskapel
-
boordwijdte
-
vluchtelingen
-
agglomeraat
-
ijsbaan
-
zetels
-
jockeypet
-
matiging
-
goudbruin
-
fokkerijen
-
verbodsbepaling
-
kalkwater
-
imago
-
trappenhuis
-
garneren
-
toverland
-
tuigage
-
slagorde
-
zakenleven
-
bijsmaak
-
veiligheidsklep