Vertaling werk van Nederlands naar Frans
Wat is werk in het Frans?
Hieronder vind je de vertaling van werk van NL naar FR.
werk het ~
(ambacht)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
travail
le ~
boulot
le ~
emploi
le ~
fonction
la ~
job
le ~
labeur
le ~
werk het ~
(beroep)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
métier
le ~
activité
la ~
emploi
le ~
fonction
la ~
occupation
la ~
profession
la ~
werk het ~
(verzamelde werken)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
oeuvres complètes
la ~
ouvrage
le ~
travail
le ~
werk het ~
(loonarbeid)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
boulot
le ~
emploi
le ~
labeur
le ~
occupation
la ~
travail
le ~
travail salarié
le ~
werk het ~
(werkkring)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
emploi
le ~
boulot
le ~
fonction
la ~
job
le ~
lieu de travail
le ~
occupation
la ~
office
le ~
position
la ~
poste
le ~
travail
le ~
werk het ~
(meesterwerk)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
chef-doeuvre
le ~
création
la ~
objet dart
le ~
oeuvre
la ~
oeuvre dart
le ~
ouvrage
le ~
produit
le ~
travail
le ~
Woorden die beginnen of eindigen met werk
werkplek
-
werkonderbreken
-
voegwerk
-
reddingswerk
-
werkeloos toezien
-
werkvoorbereider
-
haakwerk
-
sluiswerk
-
werknemers
-
werker
-
werkmaatschappij
-
werkeloosheid
-
smokwerk
-
smeedwerk
-
houtwerk
-
doe-het-zelf-werk
-
maatschappelijk werk
-
schoonmaakwerk
-
werkschuw
-
werkloze
-
werkgroep
-
vaatwerk
-
metselwerk
-
kinderwerk
-
hekwerk
Recente vertalingen van NL naar FR
wervelkolom
-
clausule
-
vluchtig
-
tegoedbon
-
hemelpoort
-
baller
-
partje
-
douchecel
-
ijscoupe
-
lapjeskat
-
ongemotiveerd
-
gesel
-
snoesje
-
complete alinea
-
melkklier
-
plein
-
gemoedsbeweging
-
handelsbespreking
-
postuur
-
zwijnachtig
-
plank
-
stukje
-
laakbaarheid
-
keihard trappen
-
transpireren