Vertaling weakness van Engels naar Nederlands

weakness the ~ (slackness)
[zelfstandig naamwoord]

weekte

slapte de ~

weakness the ~ (feebleness)
[zelfstandig naamwoord]

zwakheid de ~

krachteloosheid de ~

slapte de ~

weakness the ~ (softness)
[zelfstandig naamwoord]

weekheid de ~

zachtheid de ~

weakness the ~ (feebleness)
[zelfstandig naamwoord]

slapheid de ~

krachteloosheid de ~

laksheid de ~

slapte de ~

sulligheid de ~

weekheid de ~

zachtheid de ~

zwakheid de ~

zwakte de ~

weakness the ~ (weak point)
[zelfstandig naamwoord]

zwak punt

zwakheid de ~

zwakte de ~

weakness the ~ (tastelessness)
[zelfstandig naamwoord]

zonder veel smaak

flauwheid de ~

weakness the ~ (drop in prices)
[zelfstandig naamwoord]

prijsdaling de ~

baisse de ~

deflatie de ~

prijsverlaging de ~

Wat is weakness in het Nederlands?