Vertaling voorraad van Nederlands naar Engels

voorraadplaats - voorraadskelder - voorraadzolder - brandstofvoorraad - watervoorraad - goederenvoorraad - transitvoorraad - in voorraad - kasvoorraad - voorraadmagazijn - voorraadaanlegger - voedselvoorraad - voorraadkamer - geldvoorraad - voorraadvorming - voorraadla - voorraadschuur - voorraadkast - voorraad kledingstukken - wildvoorraad - voorraadkelder - transitovoorraad - houtvoorraad - voorraadbeheer - gasvoorraad

verwerving - winkelsluitingstijd - waas - pessimisme - sluipwegen - handelsmethode - tweetaktmotor - beukenboom - handelwijze - glad neerliggend - naar boven trekken - verhitten - bepaaldelijk - intensief - sarcasme - logement - stukbreken - een opdonder verkopen - cafégangers - burgerstand - stansen - ruiterlijk - projectleider - gebocheld - kloostercel