Vertaling voornaam van Nederlands naar Zweeds

voornaamste bron van inkomsten - niet voornaam - voornaamste fout - voornaamste onderwerp - voornaamheid - voornaamste reden - voornaamwoord - voornaamste motief - voornaamste bron - voornaamste rol - voornaamste verschil - voornaamste bezwaar - voornaamste schuld - voornaamste oorzaak - voornaamste taak - voornaamste - voornaamste voedselbron - voornaamste as - voornaamste twistpunt - voornaamst - voornaamste schoolvak - voornaamste eigenschap - voornaamste ingrediënt - voornaamste wacht - voornaamste bewerking

rechtsgevoel - gebrek - ijzerpletterij - draaiboekschrijver - schemeravond - poolvos - sector - tankval - jeugdvereniging - collega - namiddagvoorstelling - stikstofhoudend - hellingen - pralen - zoekers - volksgemeenschap - bloederig - knobbeljicht - oogholte - knijpfles - schuifblad - leek - voddenwinkel - overzee - bloedstelpend