Vertaling vliegen van Nederlands naar Duits

doorvliegen - uit elkaar vliegen - aanvliegen - binnenvliegen - meevliegen - vliegen naar - omvliegen - vliegenier - vliegenmepper - openvliegen - toevliegen - vliegenpapier - rondvliegen - vliegen om - het vliegen - voorbijvliegen - wegvliegen - omheenvliegen - vliegensvlug - vliegennet - kunstvliegen - vliegenkast - uiteenvliegen - afvliegen - blind vliegen

koopavond - thuiskomst - glacé handschoenen - trapgevel - duivels - nautiek - gradatie - zich klaarmaken - taalleraar - in vloeistof opgeloste stof - katterig gevoel - prairie - aansluiting op het stroomnet - centrale buis - aanvraag - verzakelijking - malaria - aanvangssnelheid - woordspeling - ontleden - arbeidersstand - gevreesd - interglaciaal - gebrabbel - vakkring