Vertaling versus van Nederlands naar Engels

naar beneden skiën - verdorven - huisbezoek - najaarsvakantie - wagenziekte - gemeentearts - maand - pezen - akkoorden - vertienvoudigen - trekvaart - vaatweefsel - uitdraagster - afkeer - leergang - pleegbroer - sociaal zijn - roeren - panne - omsingelen - spreker - eigengerechtigheid - dulden - uitrukken - burger