Vertaling verlies van Nederlands naar Duits

verlies het ~ (overwonnen-worden)
[zelfstandig naamwoord]

Verlieren das ~

Niederlage die ~

Schlappe die ~

Verlust der ~

verlies het ~ (schade)
[zelfstandig naamwoord]

Schaden der ~

Abbruch der ~

Nachteil der ~

Schade der ~

verlies het ~ (het verliezen)
[zelfstandig naamwoord]

Verlust der ~

Einsturz der ~

Einstürze die ~

Schäden der ~

Schädigung die ~

verlies het ~ (afbreuk)
[zelfstandig naamwoord]

Einbuße die ~

Abbruch der ~

Beeinträchtigung die ~

Wat is verlies in het Duits?