Vertaling verlangen van Nederlands naar Spaans

verlangen het ~ (begeren)
[zelfstandig naamwoord]

deseo el ~

afán el ~

aguijón el ~

anhelo el ~

ansia el ~

ansiedad la ~

ardor el ~

avance el ~

espera la ~

requerimiento el ~

requisito el ~

suspiro el ~

tirantez la ~

verlangen het ~ (hunkeren)
[zelfstandig naamwoord]

ansia el ~

verlangen het ~ (wens)
[zelfstandig naamwoord]

deseo el ~

afán el ~

anhelo el ~

ansia el ~

verlangen het ~ (van hoop vervuld zijn)
[werkwoord]

querer

confiar en el ~

consumirse

desear

esperar el ~

ir consumiéndose

verlangen het ~ (vergen)
[werkwoord]

exigir el ~

verlangen het ~ (begeren)
[werkwoord]

desear

ambicionar el ~

querer

suspirar por

Wat is verlangen in het Spaans?