Vertaling vastgoed van Nederlands naar Duits
Wat is vastgoed in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van vastgoed van NL naar DE.
vastgoed het ~
(onroerende goederen)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Immobilien
die ~
Gebäude
das ~
Grundbesitz
der ~
Grundstück
das ~
Gut
das ~
Güter
die ~
Haus
das ~
Hof
der ~
Häuser
die ~
Höfe
die ~
Landgut
das ~
Landsitz
der ~
Recente vertalingen van NL naar DE
knorrigheid
-
natuurzijde
-
kaalte
-
zelfontspanners
-
schaalvergroting
-
waarborging
-
theater
-
slavendrijver
-
keren
-
kromming
-
koriander
-
strijdkrachten
-
momentele
-
boenen
-
inkoper
-
autocoureur
-
gouden tand
-
met de meeste hoogachting
-
concept
-
stuiptrekkend
-
uitfilteren
-
omgangstaal
-
erdoorheen zien
-
uitschot
-
stadsgebied