Vertaling vakwerk van Nederlands naar Duits
Wat is vakwerk in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van vakwerk van NL naar DE.
vakwerk het ~
(vakmanschap)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Fachmannschaft
die ~
Facharbeit
die ~
Fachwerk
das ~
Handwerk
das ~
fachmännische Können
das ~
Woorden die beginnen of eindigen met vakwerk
Recente vertalingen van NL naar DE
levensmoed
-
origine
-
kampvuur
-
schofferen
-
bekoring
-
rookhok
-
braadspies
-
tegenverkeer
-
dweperig
-
smaakvol
-
muziekgezelschappen
-
stip
-
stretchbroek
-
roem
-
geniaal persoon
-
doorgaan
-
nomineren
-
tot het genoemde
-
gekrabbel
-
tennisballen
-
redactioneel artikel
-
melodie
-
televisietoestel
-
vitamine
-
takel