Vertaling usage van Frans naar Nederlands

usage le ~ (application)
[zelfstandig naamwoord]

toepassing de ~

aanwenden

aanwending de ~

gebruik het ~

usage le ~ (usage verbal)
[zelfstandig naamwoord]

woordgebruik het ~

usage le ~ (coutume)
[zelfstandig naamwoord]

volksgebruik het ~

usage le ~ (coutume)
[zelfstandig naamwoord]

usance de ~

gebruik het ~

gewoonte de ~

traditie de ~

usage le ~ (langage)
[zelfstandig naamwoord]

taalgebruik het ~

usage le ~ (conte)
[zelfstandig naamwoord]

overlevering de ~

traditie de ~

usage le ~ (emploi)
[zelfstandig naamwoord]

hantering de ~

aanwending de ~

behandeling de ~

gebruik het ~

usage le ~ (emploi)
[zelfstandig naamwoord]

aanwending de ~

gebruik het ~

inzet de ~

toepassing de ~

Wat is usage in het Nederlands?