Vertaling uittrappen v.e. bal van Nederlands naar Zweeds

verbrekingen - deprimeren - gewelddadigheid - afgedankte - afneembaar - nadelig zijn voor - knoopschoen - met bezorgdheid - wachtlijst - teruggaan - lachbui - afweren - duizelig worden - magnetiseren - inktlint - omvertrekken - moederbij - laan - winkelprijzen - barbecuen - scheidsrechter - verkeersstrepen - herdopen - overspel - koesteren