Vertaling uitschuiven van Nederlands naar Spaans

vooruitschuiven - voor zich uitschuiven

scherpziendheid - temperen - uit elkaar vallen - morgenschemering - zomin - catastrofaal - stadsgesprek - WC - rederijen - financiën - gast - onpraktisch - schimmels - gehoorzenuw - kernfysica - teruggaan - aanleggen - voor het moment - draden - hofschenkers - geestelijk - reisgeld - beschonken - dagkaart - smaakpapil