Vertaling tutor van Engels naar Duits

tutor the ~ (instructor)
[zelfstandig naamwoord]

Ausbilder der ~

Lehrmeister der ~

tutor the ~ (supervisor)
[zelfstandig naamwoord]

Doktorvater der ~

Förderer der ~

tutor the ~ (educate)
[werkwoord]

schulen

ausbilden

dressieren

tutor the ~ (guardian)
[zelfstandig naamwoord]

Kurator der ~

Aufseher der ~

Begleiter der ~

Gefährte der ~

Inspizient der ~

Konkursrichter der ~

Konkursverwalter der ~

Konservator der ~

Vormund der ~

tutor the ~ (schoolmaster)
[zelfstandig naamwoord]

Lehrer der ~

Lehrkraft die ~

tutor the ~ (educator)
[zelfstandig naamwoord]

Erzieher der ~

Lehrer der ~

tutor the ~ (teacher)
[zelfstandig naamwoord]

Lehrer der ~

Lehrkraft die ~

tutor the ~ (instructor)
[zelfstandig naamwoord]

Ausbilder der ~

Lehrer der ~

tutor the ~ (train)
[werkwoord]

trainieren

ausbilden

bilden

einstudieren

einüben

entwickeln

heranbilden

proben

repetieren

üben

tutor the ~ (practice)
[werkwoord]

entwickeln

ausbilden

bilden

heranbilden

üben

tutor the ~ (coach)
[werkwoord]

dazulernen

Vertaling tutor van Engels naar Duits

Wat is tutor in het Duits?

Woorden die beginnen of eindigen met tutor

Recente vertalingen van EN naar DE

Cookievoorkeuren

Vertaling tutor van Engels naar Duits

Wat is tutor in het Duits?

Woorden die beginnen of eindigen met tutor

Recente vertalingen van EN naar DE