Vertaling trouw van Nederlands naar Frans
Wat is trouw in het Frans?
Hieronder vind je de vertaling van trouw van NL naar FR.
trouw de ~
(toewijding)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
dévouement
le ~
ambition
le ~
application
la ~
ardeur
le ~
assiduité
la ~
attachement
le ~
caractère passionné
le ~
consécration
la ~
fougue
la ~
passion
la ~
sollicitude
la ~
Woorden die beginnen of eindigen met trouw
ontrouw
-
trouwkaart
-
trouwjurk
-
vertrouw
-
trouweloos
-
hertrouw
-
trouwgast
-
trouwpak
-
trouw zijn aan
-
waarheidsgetrouw
-
trouwbelofte
-
trouwring
-
plichtsgetrouw
-
traditiegetrouw
-
trouwdag
-
trouweloosheid
-
trouwen
-
trouwbeloftebreuk
-
trouwzaal
-
huwelijkstrouw
-
gewoontegetrouw
-
getrouw
-
trouwhartig
-
trouwplechtigheid
-
trouwcadeau
Recente vertalingen van NL naar FR
bizar
-
komplotteren
-
deuntje
-
Gouden Eeuw
-
afgrijselijk
-
kloostergoed
-
telefoonpaal
-
stadsgezicht
-
hieromstreeks
-
wetsovertreding
-
strijkplank
-
mensenliefde
-
vreugdeschreeuwen
-
afstotelijk
-
brandwond
-
vlijmend
-
aanslag
-
dirigente
-
van belang
-
Silvesteravond
-
bungalowtent
-
schoolverzuim
-
spint
-
observatie
-
champagne