Vertaling treuzel van Nederlands naar Duits
Wat is treuzel in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van treuzel van NL naar DE.
treuzel de ~
(treuzelaar)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Trödler
der ~
Drückeberger
der ~
Drückebergerin
die ~
Faseler
der ~
Faselhans
der ~
Faulenzer
der ~
Faulpelz
der ~
Nachzügler
der ~
Nörgler
der ~
Quasselstrippe
die ~
Salzsack
der ~
Trödelliese
die ~
Zauderer
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met treuzel
treuzelachtig
-
treuzelaar
-
treuzelares
-
treuzelen
-
treuzelend
-
getreuzel
-
treuzelaars
-
treuzelkous
Recente vertalingen van NL naar DE
stilletjes verdwijnen
-
factureren
-
tuimelraam
-
mineur
-
aal
-
onverklaarbaar
-
moderatie
-
haardhekje
-
luchtreiziger
-
naar buiten turen
-
rolschaatser
-
grondbezitter
-
labels
-
hooglezing
-
krekel
-
hemelse vreugde
-
ontwerpbureau
-
tandenstoker
-
sleepdrager
-
rechtsgelijkheid
-
laatste dag van de maand
-
pretendent
-
werkdiner
-
basisinkomen
-
badkamers