Vertaling trafic van Frans naar Nederlands
Wat is trafic in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van trafic van FR naar NL.
trafic le ~
(contrebande)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
sluikhandel
de ~
smokkelarij
de ~
smokkelhandel
de ~
trafic le ~
(commerce)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
handel
de ~
handelsverkeer
het ~
koophandel
de ~
nering
de ~
ruilverkeer
het ~
Woorden die beginnen of eindigen met trafic
trafics illicites
-
trafic rapide
-
traficoteurs
-
lignes du trafic
-
trafic darmes
-
trafic des voyageurs
-
trafic téléphonique
-
trafic frontalier
-
traficoteur
-
trafic de drogue
-
traficoter
-
trafic aérien
-
trafic clandestin
-
trafic ferroviaire
-
traficotage
Recente vertalingen van FR naar NL
hôte de passage
-
lun lautre
-
façonner
-
briller faiblement
-
faire des folies
-
mousquet
-
éperlan
-
architecte
-
sismographe
-
chariot
-
fagot
-
royaliste
-
piqûres de moustiques
-
fil de fer tressé
-
occident
-
inscrire pour
-
légendaire
-
Grande-Bretagne
-
projection
-
être passager dun navire
-
repêcher du fond
-
minium
-
thématique
-
évacuer
-
terme de métier