Vertaling tourisme van Frans naar Nederlands
Wat is tourisme in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van tourisme van FR naar NL.
tourisme le ~
(mouvement touristique)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
toerisme
het ~
vreemdelingenverkeer
het ~
Woorden die beginnen of eindigen met tourisme
Recente vertalingen van FR naar NL
avec fanfaronnade
-
poignards
-
séries
-
vers lintérieur
-
volume de traffic
-
triomphateur
-
trahir
-
Age dor
-
noircir
-
lien de parenté
-
dautrui
-
neigeux
-
catarrheux
-
vol en solo
-
Beaux-Arts
-
tressage
-
laver les vitres
-
figé
-
carte de voeux
-
bienfaiteuse
-
numéro quinze
-
moraliser
-
annonceur
-
dommages matériels
-
mont-de-piété