Vertaling toit van Frans naar Nederlands
Wat is toit in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van toit van FR naar NL.
toit le ~
(recouvrement)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
overkapping
de ~
dak
het ~
kap
de ~
koepel
de ~
overdekking
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met toit
toit en tuile
-
toits
-
toit délyme
-
toit de chaume
-
toits à deux versants
-
toits en bâtière
-
toit en bâtière
-
toit dardoise
-
toiture
-
toits en coupole
-
toit solaire
-
toit ouvrant
-
toit en coupole
-
toit à deux versants
-
toits en pavillon
-
pourvoir dun toit
-
toitures
-
toit de tempête
-
toit en pavillon
-
toits ouvrants
-
munir dun toit
-
toit à porcs
-
toit de verdures
-
toits solaires
-
toit de façade
Recente vertalingen van FR naar NL
capitaine de frégate
-
inflation verbale
-
conformité aux règles
-
sac poubelle
-
littérature pour enfants
-
syndicat ouvrier
-
enchaînement des idées
-
bulletins scolaires
-
piste sonore
-
conseils maritimes
-
lazulite
-
ponton
-
laitière
-
glacière
-
rez-de-chaussée
-
corps de volontaires
-
bronches
-
relation amicale
-
dissertation
-
depuis de longues années
-
tradition
-
députation
-
cours de vacances
-
étages mansardés
-
station de radio