Vertaling tij van Nederlands naar Duits

vechtpartij - tijd bestemd voor spelen - springtij - tijdsruimte - tijdgebrek - tijdslot - rotspartij - lynchpartij - tijdsbestek van een uur - tijdsindeling - steekpartij - tijdcharter - knuffelpartij - tijdverlies - kloppartij - tijdschema - tijgerhaai - tijdmeter - tijgerkat - smulpartij - marktpartij - jaagpartij - partij - tijdbesparing - tijdseigen

dienstauto - immobiel - stamcafé - streven - steil - strevend - dutje - culinair - repertoire - afspeelapparatuur - fietszitje - toelage - straatgevechten - maanziekte - op die manier - vroomheid - ijzervijlsel - karper - bijeenzoeken - uitzendkrachten - inbinden - kaas - jachtdelict - armadil - leerknecht