Vertaling tehuis van Nederlands naar Spaans
Wat is tehuis in het Spaans?
Hieronder vind je de vertaling van tehuis van NL naar ES.
tehuis het ~
(huisvesting)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
albergue
el ~
alojamiento
el ~
cuarto de hora
el ~
domicilio
el ~
habitación
la ~
hospedaje
el ~
vivienda
la ~
Woorden die beginnen of eindigen met tehuis
gemeentehuis
-
retraitehuis
-
gekkentehuis
-
verpleegtehuis
-
verzorgingstehuis
-
geboortehuis
-
bejaardentehuis
-
kindertehuis
Recente vertalingen van NL naar ES
marineopstelling
-
geknal
-
grove spar
-
nauwheid
-
onbetwist
-
vast geneesmiddel
-
trut
-
nadenken
-
dienst
-
tongriemen
-
lindelaan
-
overzijde
-
intomen
-
vrijgezellenbestaan
-
heiligschennis
-
desinfectie
-
luchtbel
-
zegevierend
-
onaannemelijk
-
onbeschroomdheid
-
affiniteit
-
uitschuiftafel
-
hoogvlakte
-
fazant
-
radiokompas