Vertaling suit van Engels naar Nederlands

Wat is suit in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van suit van EN naar NL.

suit the ~ (costume)
[zelfstandig naamwoord]

kostuum het ~

maatpak het ~

pak de ~

suit the ~ (two-piece suit)
[zelfstandig naamwoord]

colbertkostuum het ~

suit the ~ (be suitable)
[werkwoord]

geschikt zijn

conveniëren

deugen

passen de ~

passend zijn

uitkomen

suit the ~ (conform to)
[werkwoord]

zich voegen naar

zich aanpassen

zich schikken

suit the ~ (flatter)
[werkwoord]

staan

suit the ~ (suit ones convenience)
[werkwoord]

gelegen komen

conveniëren

passen de ~

schikken

uitkomen

suit the ~ (enjoy)
[werkwoord]

behagen

aanstaan

bevallen

gelieven

plezieren

suit the ~ (please)
[werkwoord]

aangenaam aandoen

bevallen

plezieren

adjusted to suit - suitably - boiler-suit - crawling-suit - lawsuit - legal suit - swimming suit - trump suit - jean suit - suited for schools - carry on a lawsuit - not suit - slander suit - swimsuit - suitability - suitableness - wet suit - pursuit - two-piece suit - everyday suit - law suit - suitor - gentlemens suit - lounge suit - evening suit

affairs of state - on its own - explicit - plating - directorate - drum into a persons head - unsolved - purgative - freestone - fat-sediment - whack - eager to learn - breach of contract - blows - keep secret - raccoon - land rent - buzz off - solvency - dead to the world - beehive chairs - juice orange - lay on - toaster - come along with