Vertaling Stück van Duits naar Nederlands
Wat is Stück in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Stück van DE naar NL.
Stück der ~
(Bühnenstück)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
toneelstuk
het ~
drama
het ~
schouwspel
het ~
stuk
het ~
Stück der ~
(Teil)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
gedeelte
het ~
deel
de ~
fractie
de ~
part
de ~
stuk
het ~
Stück der ~
(Element)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
basisbestanddeel
het ~
bestanddeel
het ~
component
de ~
deel
de ~
element
de ~
fractie
de ~
ingrediënt
het ~
onderdeel
het ~
stuk
het ~
Woorden die beginnen of eindigen met Stück
Gußstück
-
Geldstück
-
Glanzstück
-
Zehncentstück
-
Sammelstück
-
Bühnenstück
-
zwei Stück
-
Sensationsstück
-
Schmuckstück
-
dieses Stück
-
Goldstück
-
per Stück
-
Stückchen mitfahren
-
Blumenstück
-
Mundstück
-
Schulterstück
-
Schauerstück
-
Musikstück
-
Silberstück
-
Stück Kreide
-
Kupferstück
-
Kaffeegebäckstück
-
Zweieinhalbguldenstück
-
Stückarbeiter
-
Senkstück
Recente vertalingen van DE naar NL
lügenhaft
-
enttäuscht
-
Vogelhaus
-
Postanweisung
-
firnissen
-
Distribution
-
Gedanken lesen
-
verstopft
-
Slavenantreiber
-
Sicherheitsvorschriften
-
Wasserverschmutzung
-
Farblithographie
-
Choreographin
-
Wohnheim für Krankenschwestern
-
Deckenboden
-
Zeichenstunde
-
Starkstromkabel
-
Voreiligkeit
-
Fliegenschränke
-
geboren werden
-
Streckenarbeiter
-
Turm
-
Unklugheit
-
Spukhaus
-
Benzinuhr