Vertaling Stück van Duits naar Nederlands

Stück der ~ (Bund)
[zelfstandig naamwoord]

moot de ~

plak de ~

tranche de ~

Stück der ~ (kleiner Brocken)
[zelfstandig naamwoord]

kleine brok

brokje

Stück der ~ (Bühnenstück)
[zelfstandig naamwoord]

toneelstuk het ~

drama het ~

schouwspel het ~

stuk het ~

Stück der ~ (Stück Stoff)
[zelfstandig naamwoord]

stuk stof

lap de ~

Stück der ~ (Segment)
[zelfstandig naamwoord]

segment het ~

Stück der ~ (Anteil)
[zelfstandig naamwoord]

part de ~

aandeel het ~

deel de ~

Stück der ~ (Teilchen)
[zelfstandig naamwoord]

onderdeeltje het ~

deeltje de ~

Stück der ~ (Klumpen)
[zelfstandig naamwoord]

klont de ~

brok de ~

suikerklontje het ~

Stück der ~ (Kontingent)
[zelfstandig naamwoord]

inbreng de ~

aandeel het ~

bijdrage de ~

Stück der ~ (Teil)
[zelfstandig naamwoord]

gedeelte het ~

deel de ~

fractie de ~

part de ~

stuk het ~

Stück der ~ (Coupon)
[zelfstandig naamwoord]

bon de ~

coupon de ~

Stück der ~ (Element)
[zelfstandig naamwoord]

basisbestanddeel het ~

bestanddeel het ~

component de ~

deel de ~

element de ~

fractie de ~

ingrediënt het ~

onderdeel het ~

stuk het ~

Vertaling Stück van Duits naar Nederlands

Wat is Stück in het Nederlands?

Woorden die beginnen of eindigen met Stück

Recente vertalingen van DE naar NL

Cookievoorkeuren

Vertaling Stück van Duits naar Nederlands

Wat is Stück in het Nederlands?

Woorden die beginnen of eindigen met Stück

Recente vertalingen van DE naar NL