Vertaling Stoß van Duits naar Nederlands

Stoß der ~ (Lage)
[zelfstandig naamwoord]

zwemslag de ~

Stoß der ~ (Fußtritt)

schop de ~

trap de ~

voetbeweging

Stoß der ~ (leichter Stoß)
[zelfstandig naamwoord]

duwtje het ~

duw de ~

por de ~

stoot de ~

stootje

zet de ~

Stoß der ~ (Stapel)
[zelfstandig naamwoord]

stapel de ~

hoop de ~

opeenstapeling de ~

opstapeling de ~

Stoß der ~ (erschütternde Bewegung)
[zelfstandig naamwoord]

schokkende beweging

hort de ~

schok de ~

stoot de ~

Stoß der ~ (Streit)
[zelfstandig naamwoord]

ruzie de ~

botsing de ~

conflict het ~

onenigheid de ~

twist de ~

Stoß der ~ (Ansammlung)
[zelfstandig naamwoord]

opeenhoping de ~

accumulatie de ~

hoop de ~

opeenstapeling de ~

ophoping de ~

stapel de ~

Stoß der ~ (Zusammenstoß)
[zelfstandig naamwoord]

opeen knallen

botsing de ~

Stoß der ~ (Klaps)
[zelfstandig naamwoord]

harde slag

klap de ~

Stoß der ~ (Knall)
[zelfstandig naamwoord]

bons de ~

pof de ~

Vertaling Stoß van Duits naar Nederlands

Wat is Stoß in het Nederlands?

Woorden die beginnen of eindigen met Stoß

Recente vertalingen van DE naar NL

Cookievoorkeuren

Vertaling Stoß van Duits naar Nederlands

Wat is Stoß in het Nederlands?

Woorden die beginnen of eindigen met Stoß

Recente vertalingen van DE naar NL