Vertaling Spruch van Duits naar Nederlands
Wat is Spruch in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Spruch van DE naar NL.
Spruch der ~
(Leitspruch)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
motto
het ~
devies
de ~
kenspreuk
de ~
zinspreuk
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Spruch
Regreßanspruch
-
Bibelspruch
-
Trinkspruch
-
Werbespruch
-
Spruchbänder
-
Wahlspruch
-
Spruchband
-
Freispruch
-
Widerspruch
-
Schadenersatzanspruch
-
Ausspruch
-
Entschädigungsanspruch
-
Urteilsspruch
-
Leitspruch
-
Zuspruch
-
Anspruch
-
Einspruch
-
Zauberspruch
Recente vertalingen van DE naar NL
dürsten
-
Zwischengericht
-
Pustel
-
ungezweifelt
-
vorstellbar
-
Subventionierung
-
Streitereien
-
Gehörnter
-
Autobahnraststätte
-
ebendort
-
Zwischendividende
-
individuell
-
Kampfschauplätze
-
verflixt
-
Kanapee
-
flüchten
-
Quarzuhr
-
Speckbäuche
-
Köche
-
Orchester
-
Sorgen machen
-
Sammelname
-
inokulieren
-
Feriengast
-
Prozentsatz