Vertaling spits van Nederlands naar Duits

spitshond - spitsboef - spitsspeler - spitsbroeder - centrumspits - spitsboog - ochtendspits - spitskool - torenspits - spitsmuizen - spitsvondig verklaren - bergspits - spitsvormig - koolspits - spitsuren - spitsbelasting - spitsvondige verklaring - vleugelspits - spitsvondigheid - spitsvondig - spitsmuis - spitsig - spitsuur - uivormige torenspits - spitsheid

Diederik - ringsloot - alfabetisch - gladakkers - welbevinden - kandidaat-notaris - niet vasthouden - klapperolie - even weinig - vanwaar - leveringstijd - pleuris - een eed doen - hysterisch - op zee - overkomst - verslaafd - flapdrollen - neveninkomsten - glitteren - hostiekelk - natuurlijkheid - splitpen - spreekuur - inrekenen