Vertaling snoepwinkeltje van Nederlands naar Spaans

zich melden - achten - hamerwerpen - hellingmeter - driemaandelijkse rekening - oestercultuur - drukkers - uitkrijsen - dooddoener - rillen - Testament - furie - schoonzusters - zich - roer - zich de buik vol eten - fysieke inspanning - parmant - godslasterend - hoofdwond - bleekrood - voorkeur - teleurgesteld - wei - vrouwelijke eigenaar