Vertaling self-confidence van Engels naar Nederlands
Wat is self-confidence in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van self-confidence van EN naar NL.
self-confidence the ~
zelfvertrouwen
het ~
stelligheid
de ~
vastberadenheid
de ~
zekerheid
de ~
zelfverzekerdheid
de ~
self-confidence the ~
(self-assurance)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
zelfverzekerdheid
de ~
zelfbewustheid
de ~
Recente vertalingen van EN naar NL
nursing-fees
-
shy at
-
cookers
-
audit office
-
concerned about
-
coaster
-
bandages
-
inject
-
city transport
-
abstemious
-
vagrants
-
sieged
-
claim settlement
-
municipal management
-
outer walls
-
make melt
-
sea-gull
-
poulterer
-
day of rest
-
declining
-
regalia
-
long-expected
-
baffled
-
brave
-
eccentricity