Vertaling Sache van Duits naar Nederlands
Wat is Sache in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Sache van DE naar NL.
Sache die ~
(Gesichtspunkt)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
gezichtspunt
het ~
gezichtshoek
de ~
invalshoek
de ~
oogpunt
het ~
perspectief
de ~
standpunt
het ~
Sache die ~
(Gegenstand)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
voorwerp
het ~
artikel
het ~
ding
het ~
goed
de ~
item
het ~
object
het ~
zaak
de ~
Sache die ~
(Beziehung)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
liefdesrelatie
de ~
affaire
de ~
liaison
de ~
relatie
de ~
verhouding
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Sache
elementare Sache
-
Sachen
-
Hauptsache
-
Nebensache
-
Ursache
-
zur Sache
-
Hauptursache
-
bekannte Tatsache
-
Dienstsache
-
Krankheitsursache
-
Vertrauenssache
-
Gewissenssache
-
Nippsache
-
Formsache
-
eine schlechte Sache
-
Strafsache
-
Drucksache
-
Staatssache
-
Geldsache
-
Tatsache
-
Grundursache
-
Notsache
-
eine miserabele Sache
-
Streitsache
-
Todesursache
Recente vertalingen van DE naar NL
bei Tisch sitzen
-
ohne Großherzigkeit
-
hunderttausend
-
nachkriegs
-
verknappen
-
rautenförmig
-
adelig
-
Wiederaufbau
-
Gewächshäuser
-
Handelsgesellschaft
-
aus voller Kehle singen
-
Lackmuspapier
-
wagemutig
-
vortrefflich
-
ebenda
-
Cafétaria
-
vom Körper abziehen
-
einnehmendes Wesen
-
Antrag
-
Krise
-
Farbenreichtum
-
Zaubertrank
-
Hauptzeuge
-
gesetzwidrig
-
Schneeschipper