Vertaling ruptura van Spaans naar Nederlands

ruptura la ~ (rajadura)
[zelfstandig naamwoord]

openscheuring

ruptura la ~ (avance)
[zelfstandig naamwoord]

doorbreking de ~

doorbraak de ~

doorbreken

ruptura la ~ (quebrantamiento)
[zelfstandig naamwoord]

breken

ruptura la ~

ruptuur de ~

scheuring de ~

ruptura la ~ (interrupción)
[zelfstandig naamwoord]

interruptie de ~

breuk de ~

onderbreking de ~

verbreking de ~

ruptura la ~ (parte)
[zelfstandig naamwoord]

gedeelte het ~

deel de ~

fractie de ~

part de ~

stuk het ~

ruptura la ~ (rotura de un dique)
[zelfstandig naamwoord]

dijkbreuk de ~

ruptura la ~ (fracción)
[zelfstandig naamwoord]

barst de ~

breuk de ~

krak de ~

scheur de ~

Wat is ruptura in het Nederlands?