Vertaling rabâcheur van Frans naar Nederlands
Wat is rabâcheur in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van rabâcheur van FR naar NL.
rabâcheur le ~
(casse-pieds)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
zeurkous
de ~
geitenbreier
de ~
zeikerd
de ~
zemel
de ~
zeur
de ~
zeurpiet
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met rabâcheur
Recente vertalingen van FR naar NL
commandant de section
-
bistros
-
intime
-
se déchaîner
-
licenciement
-
premier venu
-
graine doiseau
-
vieilli
-
péager
-
émigrée
-
bureau de tourisme
-
machette
-
laisser quelque part
-
téléphoné
-
coton à tricoter
-
sans animation
-
piscine couverte
-
amputer
-
optimiste
-
couche-culotte
-
surpassant
-
carrier
-
entreprise de construction
-
bien aller
-
personnel au sol