Vertaling profit van Engels naar Nederlands

profit the ~ (advantage)
[zelfstandig naamwoord]

profijt het ~

baat de ~

gewin het ~

winst de ~

profit the ~ (purchase)
[zelfstandig naamwoord]

aankoop de ~

aangekochte

aanschaf de ~

aanwinst de ~

acquisitie de ~

boodschap de ~

koop de ~

profit the ~ (profit balance)
[zelfstandig naamwoord]

winstsaldo het ~

profit the ~ (benefit)
[zelfstandig naamwoord]

voordeeltje het ~

profit the ~ (yield)
[zelfstandig naamwoord]

opbrengst de ~

oogst de ~

product het ~

rendement het ~

uitkomst de ~

voortbrengsel het ~

profit the ~ (usefulness)
[zelfstandig naamwoord]

nut het ~

waarde de ~

Wat is profit in het Nederlands?