Vertaling pitten van Nederlands naar Zweeds

kaarsepitten - kersepitten - ontpitten - omspitten - kersenpitten - kaarsenpitten - spitten

camouflage - gieten op - ondernemen - boeddhist - kwark - sjalot - subaltern - dik - viswinkel - in zoverre - liesbreuk - stroomwissel - krijtachtig - hogedrukgebied - ongeschild - haverzak - agglomeraat - gekerfd - vrouwelijke breier - klemgereden - nieuwbouwwoning - hoestdrank - repatriëring - mak - hoofdboekhouder