Vertaling period van Engels naar Nederlands

period the ~ (age)
[zelfstandig naamwoord]

tijdperk het ~

epoch

epoche de ~

era de ~

periode de ~

tijdsgewricht het ~

tijdsverloop het ~

tijdvak het ~

period the ~ (period of time)
[zelfstandig naamwoord]

periode de ~

termijn de ~

tijdsbestek het ~

tijdsduur de ~

period the ~ (space of time)
[zelfstandig naamwoord]

tijdruimte de ~

period the ~ (epoch)
[zelfstandig naamwoord]

tijd de ~

period the ~ (menstruation)
[zelfstandig naamwoord]

menstruatie de ~

ongesteldheid de ~

period the ~ (duration)
[zelfstandig naamwoord]

looptijd de ~

Wat is period in het Nederlands?