Vertaling Pause van Duits naar Nederlands
Wat is Pause in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Pause van DE naar NL.
Pause die ~
(Erholungspause)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
rustpauze
de ~
rust
de ~
rusttijd
de ~
verpozing
de ~
Pause die ~
(Ruhepause)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
rustpauze
de ~
onderbreking
de ~
pauze
de ~
tussenpoos
de ~
verpozing
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Pause
Erholungspause
-
Mittagspause
-
Schulpause
-
Pausen
-
Arbeitspause
-
Ruhepause
-
Atempause
-
Menopause
-
Pausenzeichen
Recente vertalingen van DE naar NL
Kurstafel
-
tigerähnlich
-
Suchen
-
Steinhang
-
Erste Hilfe
-
Abschwörung
-
antreten
-
spöttisch lächeln
-
Wetzstein
-
dichten
-
Galgenfrist
-
Schleimhäute
-
Kofferfisch
-
Lagerverwalter
-
Milchkuh
-
Direktorin
-
Tulpenzucht
-
Chronikschreiber
-
Rasierstuhl
-
Histamin
-
kupferig
-
Flockenbildung
-
jungfraulich
-
Fruchteis
-
geziert