Vertaling passage van Frans naar Nederlands

passage le ~ (détroit)
[zelfstandig naamwoord]

doorvaart de ~

doortocht de ~

passage le ~ (marche)
[zelfstandig naamwoord]

doorreis de ~

doortocht de ~

passage le ~

doorlaat de ~

passage le ~ (péage de bac)
[zelfstandig naamwoord]

veergeld

passage le ~ (palier)
[zelfstandig naamwoord]

overloop de ~

hal de ~

portaal het ~

verbindingsgang

passage le ~ (galerie marchande)
[zelfstandig naamwoord]

winkelgalerij de ~

passage le ~ (traversée)
[zelfstandig naamwoord]

overtocht de ~

overvaart de ~

passage le ~ (transition)
[zelfstandig naamwoord]

overgang de ~

passage le ~

passus de ~

passage le ~

doorrit de ~

Wat is passage in het Nederlands?