Vertaling Paß van Duits naar Spaans
Wat is Paß in het Spaans?
Hieronder vind je de vertaling van Paß van DE naar ES.
Paß der ~
(Ausweis)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
carnet
el ~
billete
el ~
billete de entrada
el ~
carnet de identidad
el ~
cartulina
la ~
documentación
la ~
legitimación
la ~
pasaje
el ~
pase
el ~
paso
el ~
tarjeta
la ~
tarjeta de identidad
la ~
ticket
el ~
Paß der ~
(Gebirgspaß)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
pasaje de montaña
el ~
pase
el ~
paso
el ~
puerto de montaña
el ~
Woorden die beginnen of eindigen met Paß
Verkehrsengpaß
-
Paßgänger
-
Paßform
-
Kompaß
-
Engpaß
-
dummer Spaß
-
Reisepaß
-
Bergpaß
-
Gebirgspaß
-
Paßgang
-
Paßfoto
-
Impfpaß
-
Paßbild
-
Radiokompaß
-
Bankpaß
-
Spaß
Recente vertalingen van DE naar ES
Entdeckuntsreisender
-
längsseits
-
Mitstudent
-
Wicht
-
monatlich
-
landwirtschaftskundig
-
Tanzsaal
-
Abberufen
-
Willkommensgrüße
-
Gemeinschaftsgeist
-
Kadaver
-
Albernheit
-
einen Rechenfehler machen
-
stellvertretender Chef
-
Holzschnitzer
-
allergeringst
-
Beaufsichtigen
-
Fiskalanwalt
-
irdisch
-
stellen
-
sich wälzen
-
Verbandgaze
-
ab jetzt
-
Eiswasser
-
Briesel