Vertaling opvliegen van Nederlands naar Spaans

opvliegen (driftig zijn)
[zelfstandig naamwoord]

brincar el ~

encolerizarse el ~

opvliegen (opwaarts vliegen)
[werkwoord]

ir volando

remontar el vuelo

opvliegen (opstuiven)
[werkwoord]

arrebatarse

encolerizarse el ~

opvliegen (opstijgen)
[werkwoord]

ascender

alzar el ~

alzar el vuelo

despegar el ~

echarse a volar

elevarse

emerger

enarcar

levantar el ~

levantar el vuelo

levantarse

levantarse de un salto

subir el ~

tirar hacia arriba

tomar velocidad

volarse el ~

Wat is opvliegen in het Spaans?