Vertaling onttrekken aan van Nederlands naar Zweeds

disloqueren - optimaliseren - drom - platleggen - zoogdieren - provincie - keurstempel - verantwoording - ongemanierd - journalist - debet - salonheld - vervolgschool - have - t.b.s. - promillage - samenvloeiing - eerst - hofcharge - gestolen goederen - bouwmeester - hectograaf - lapzwansen - goedgelovig - groepstherapie