Vertaling Not van Duits naar Nederlands
Wat is Not in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Not van DE naar NL.
Not die ~
(Schlamassel)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
sores
de ~
moeilijkheden
de ~
problemen
de ~
zorgen
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Not
Notjahr
-
Notausgang
-
notwendig
-
Notariatskandidat
-
Notwehr
-
notorisch
-
Notruf
-
Nota Bene
-
Notiz
-
Notlandung
-
Wohnungsnot
-
Notzustand
-
Zeitnot
-
Notleiter
-
Notschrei
-
Notbremse
-
Notizbücher
-
notwendigerweise
-
Notariatskanzlei
-
Notbehelf
-
notleidend
-
Notierung
-
Notfall
-
Notbed
-
Notdienst
Recente vertalingen van DE naar NL
Heeresmacht
-
Telefongebühr
-
Zange
-
heißwerden
-
Sprungfedermatratze
-
Autokrat
-
amtshalber
-
abwarten
-
ständig
-
Glatze bekommen
-
Flexion
-
Scharf stellen
-
erzählenderweise
-
Schafzüchter
-
schwachsinnig
-
Anschlußgebühren
-
übereinstimmen
-
Flugbereich
-
zusammenziehen
-
auf Erde
-
Leichenhaus
-
einen Eid schwören
-
Gebrauchsartikel
-
entkräften
-
Aussehlen